Aan de hand van quest 4, ben ik voor quest 5 verschillende ontwerpprincipes gaan testen. Ik heb dit gedaan aan de hand van het schema wat ik heb gemaakt en deze ga ik nu analyseren. Ik ga beschrijven wat er werkt en wat er niet werkt. Aan de hand van deze resultaten, ga ik mijn design aanpassen zodat het een overzichtelijk design is wat je direct kan inzetten in de praktijk. Ik heb gewerkt met de volgende onderwijsprincipes: verhalend ontwerpen, onderzoekend leren en de 21e eeuwse vaardigheden. Verder ben ik natuurlijk ook bezig geweest met vakintegratief onderwijs, innoverend onderwijs en ouderbetrokkenheid. Deze principes ga ik hieronder verder toelichten.
Verhalend ontwerpen
Wat werkte er wel?
Het werkt om te werken aan de hand van een verhaal en daar de lessen omheen te ontwerpen. Dit heb ik ervaren maar dat kon ik ook merken aan de kinderen. Doordat er een verhaal om de opdrachten heen zat, was de betrokkenheid van de kinderen groter. Ze waren elke keer benieuwd naar de verschillende brieven van de piet en hierdoor werden ze ook erg enthousiast. Ik vond het ook erg fijn werken omdat je een houvast hebt. Je kunt veel met zo’n thema doen en ik kan er dan ook erg van genieten als de kinderen heel fanatiek bezig zijn met bepaalde opdrachten. Verder werkt het om te werken aan de hand van een incident. Er gebeurd iets en de kinderen moeten dat gaan oplossen. Hier voelen ze zich ook echt verantwoordelijk voor omdat ze het graag willen oplossen.
Wat werkte er niet?
Wat ik zelf erg lastig vind aan verhalend ontwerpen en wat je eigenlijk ook terug ziet bij de 21e eeuwse vaardigheden is dat je het een soort van los laat. Je opent een verhaal met een incident en dan is het aan de kinderen. Waar komen de kinderen mee? Wie gaan er mee aan de slag? Behaald iedereen wel de bepaalde doelen die ik voor ogen heb? Hier moest ik zelf aan wennen omdat ik het niet altijd zelf in de hand had zeg maar. Ik heb wel gemerkt dat wanneer ik een pakkend verhaal heb en een incident wat aansluit bij de kinderen, dat dit toch vanzelf gaat. Het is dus niet persé iets wat niet werkt maar wel belangrijk is om goed over na te denken.
Conclusie:
Het werkt om te werken aan de hand van een verhalend ontwerp. Hierbij is het erg belangrijk om te zorgen voor een verhaallijn wat echt aansluit bij de actualiteit en de leef- en belevingswereld van de kinderen. Hierdoor zijn ze betrokken en willen ze ook bepaalde dingen leren.
Wat ga ik veranderen aan mijn design:
In mijn design wil ik nog sterker naar voren laten komen dat het echt belangrijk is dat je vooraf goed nadenkt over een verhaallijn en bepaalde incidenten. Bereidt het in grote lijnen voor en bedenk ook vooraf bepaalde sleutelvragen waarmee je de kinderen weer enthousiast kan maken. Verder ook beschrijven dat je het soms los moet laten en echt met de kinderen moet mee gaan.
Onderzoekend leren
Wat werkt er wel?
Wanneer je werkt aan de hand van de cyclus van onderzoekend leren, ben je met de kinderen bewuster bezig met de verschillende stappen. Ik ben nu ook bewust met de kinderen gaan verkennen en een onderzoek gaan opzetten. Dit zijn ook belangrijke stappen die ik eerder wel is zou vergeten. Het werkt dus om de stappen in te zetten aan de hand van een verhalend ontwerp. Door dit te doen, krijgen de stappen ook meer betekenis voor de kinderen en leren ze er uiteindelijk ook meer van. Ik heb dit gezien doordat de kinderen bewuster aan de slag gingen tijdens het onderzoek. We hebben daarvoor al dingen samen besproken en daardoor gaan ze ook meteen actief aan de slag. Het concluderen en evalueren daarna is ook erg belangrijk. Samen bespreken wat er is opgevallen en wat we gezien hebben. Dit klassikaal bespreken zodat alle kinderen er iets aan hebben. Dit heb ik ook terug gezien in de klas. Doordat we gezamenlijk hebben geconcludeerd dat het niet werkt om een boot van wc-rolletjes te maken, zijn de andere kinderen dat daarna niet meer gaan doen en hebben we er dus allemaal wat van geleerd.
Wat werkt er niet?
Wat niet werkt bij kleuters is om alle stappen duidelijk apart aanbod te laten komen en ook niet altijd via het model wat ervoor staat. Ik heb meerdere keren een aantal stappen samengepakt en soms tussendoor ook al samen met de kinderen gedaan omdat het moment daar goed voor was.
Conclusie:
Het werkt om aan de hand van een verhalend ontwerp, de stappen van onderzoekend leren aanbod te laten komen. Je hoeft niet altijd persé alle stappen apart aanbod te laten komen maar je kunt ze soms ook samenvoegen. Als je het maar wel behandeld want de stappen zijn wel belangrijk om aanbod te laten komen. Kijk hierbij naar de kinderen en wat ze het meeste nodig hebben.
Wat ga ik veranderen aan mijn design:
Ik ga niks veranderen in mijn design wat betreft het onderzoekend leren.
21e eeuwse vaardigheden
Wat werkt er wel?
Wat eigenlijk heel goed werkt is om de kinderen voor te bereiden op de toekomst. In 1 ontwerp ben ik daar heel specifiek mee bezig geweest omdat ik de kinderen ben gaan leren programmeren. Dit is iets wat in de toekomst erg belangrijk is. Ik was zelf erg enthousiast over de Bee-Bot en ik hoopte dat de kinderen dat ook zouden zijn. Dit is ook gebeurd. Ik heb de Bee-Bot geïntroduceerd aan de hand van een verhalend ontwerp en ben daarna verschillende opdrachten gaan doen met de kinderen, klassikaal en ook in kleine groepjes. Aan de hand van een reactie van een ouder op mijn blog, blijkt ook dat ze het mee naar huis hebben genomen en ook daar over de Bee-Bot hebben verteld.
Wat werkt er niet?
Het leren programmeren is voorbereiden op de toekomst en dus ook 21e eeuwse vaardigheden maar ik ben in mijn beide ontwerpen niet specifiek met de vaardigheden bezig geweest. Dit stond wel in mijn design beschreven maar niet in het werkmodel wat ik had bedacht. Hierdoor zat het niet in mijn vaste systeem van het werkmodel gebruiken. Werken met de 21e eeuwse vaardigheden is het werken met een arrangement waar bepaalde vaardigheden centraal staan. Hierbij komt veel uit de kinderen zelf. Dit is eigenlijk ook wat ik heb gedaan bij het verhalend ontwerpen maar niet op de manier van de 21e eeuwse vaardigheden.
Conclusie:
Onbewust ben je met veel vaardigheden bezig die zijn beschreven bij de 21e eeuwse vaardigheden maar bewust in mijn werkmodel heb ik ze niet gebruikt. Ik ben er wel mee bezig geweest doordat ik met de kinderen ben gaan leren programmeren. Wanneer je ze bewuster in gaat zetten, zullen de vaardigheden meer aanbod komen en beter worden bereikt.
Wat ga ik veranderen aan mijn design:
Ik wil in het werkmodel wat ik heb ontworpen, de vaardigheden beter aanbod laten komen, zodat wanneer je werkt aan de hand van dat model, je de vaardigheden goed ziet zodat je er bewuster mee bezig bent en gemakkelijk kan koppelen aan de verschillende episodes.
Vakintegratief onderwijs
Wat werkt er wel?
Eigenlijk werkt alles als je het hebt over vakintegratief onderwijs. In mijn design komen een aantal kerndoelen standaard aanbod. Wanneer je hier een bepaald thema aankoppelt worden dat er vanzelf nog meer. Hierdoor ben je op het zelfde moment met veel dingen bezig waardoor het nog leerzamer wordt voor de kinderen. Je doet onbewust al heel veel van bepaalde kerndoelen. Ik heb nu geleerd hier bewuster mee om te gaan. De kinderen zijn er ook onbewust mee bezig en hierdoor wordt de leeropbrengst groter.
Wat werkt er niet?
Eigenlijk is er niks wat niet werkt aan het vakintegratief werken.
Conclusie?
Door mijn design te gebruiken, ben je standaard met een aantal kerndoelen van taal en reken/wiskunde bezig. Hierdoor is het al vakintegratief en wanneer je er een bepaald thema aankoppelt, ben je er met nog meer bezig.
Wat ga ik veranderen aan mijn design:
In mijn design heb ik de kerndoelen neergezet waar je standaard met mijn design al mee bezig bent. Zo werk je altijd aan die doelen en kun je zelf de doelen nog toevoegen wat past bij het thema waar je in werkt.
Ouderbetrokkenheid
Wat werkt er wel?
Ik vind het erg leuk om meer met ouderbetrokkenheid bezig te zijn. Ik heb veel via klasbord gedeeld en hierdoor wisten de ouders wat ik met de kinderen aan het doen was. Ouders kwamen de dag erna op school en vroegen wat dingen aan mij of vertelden wat hun kinderen thuis vertelden. Hierdoor kreeg ik meteen bevestiging van de dingen die ik deed. Verder heb ik 1 ontwerp afgesloten met een filmpje wat we gezamenlijk met de ouders zijn gaan kijken. Hier waren heel veel ouders op af gekomen en ze waren ook erg enthousiast over het filmpje. Hierdoor weten ze in een paar minuten wat ik gedaan heb met de kinderen en zien zo ook filmpjes die niet via klasbord kunnen worden gedeeld.
Wat werkt er niet?
Ik heb de ouders via een mail op de hoogte gebracht om samen het filmpje te gaan kijken. Ik heb hierbij ook gevraagd of de ouders een reactie willen geven op mijn blog. Dit heeft uiteindelijk 1 ouder gedaan. Dit werkt dus niet helemaal. Ik heb het aan het einde van het filmpje kijken nog een keer in het echt gevraagd maar dit heeft niet meer reacties opgeleverd. Ik vind het moeilijk om hier een verandering in te krijgen omdat ik mijn best heb gedaan maar het niet meer reacties oplevert.
Conclusie?
De ouders vinden het erg leuk om meer betrokken te raken bij de kinderen en wat ze allemaal op school doen. Dit bleek uit de reacties van de ouders op school en ook vanuit een reactie op mijn blog. Ik zoek nog naar een manier waarop ik bijvoorbeeld meer feedback terug kan krijgen van ouders zodat ik er de volgende keer meer mee kan doen.
Wat ga ik veranderen aan mijn design:
Ik weet niet goed hoe ik dit in mijn design kan veranderen. De volgende keer zou ik ouders in de klas een actievere rol kunnen geven en dan meteen feedback vragen. Dit had ook na het filmpje gekund. Dus dat ik de ouders even apart mee had genomen en meteen om feedback had gevraagd. Een reactie geven op de blog was te vrij.
In mijn probleemanalyse heb ik beschreven dat ik wil onderzoeken hoe je natuur en Techniek in de onderbouw kan vormgeven aan de hand van innoveren en vakintegratie. Het antwoord hierop kun je vinden in mijn werkmodel. Wanneer je hier mee werkt, ben je sowieso bezig met vakintegratie. Door ook nog onderzoekend bezig te zijn, sluit je mooi aan bij natuur en techniek. Dit alles is gekoppeld aan een verhalend ontwerp wat zorgt voor een grotere betrokkenheid bij de kinderen. Verder ben je ook nog bezig met de kinderen voor te bereiden op de toekomst want je sluit ook aan bij de 21e eeuwse vaardigheden.
Verhalend ontwerpen
Wat werkte er wel?
Het werkt om te werken aan de hand van een verhaal en daar de lessen omheen te ontwerpen. Dit heb ik ervaren maar dat kon ik ook merken aan de kinderen. Doordat er een verhaal om de opdrachten heen zat, was de betrokkenheid van de kinderen groter. Ze waren elke keer benieuwd naar de verschillende brieven van de piet en hierdoor werden ze ook erg enthousiast. Ik vond het ook erg fijn werken omdat je een houvast hebt. Je kunt veel met zo’n thema doen en ik kan er dan ook erg van genieten als de kinderen heel fanatiek bezig zijn met bepaalde opdrachten. Verder werkt het om te werken aan de hand van een incident. Er gebeurd iets en de kinderen moeten dat gaan oplossen. Hier voelen ze zich ook echt verantwoordelijk voor omdat ze het graag willen oplossen.
Wat werkte er niet?
Wat ik zelf erg lastig vind aan verhalend ontwerpen en wat je eigenlijk ook terug ziet bij de 21e eeuwse vaardigheden is dat je het een soort van los laat. Je opent een verhaal met een incident en dan is het aan de kinderen. Waar komen de kinderen mee? Wie gaan er mee aan de slag? Behaald iedereen wel de bepaalde doelen die ik voor ogen heb? Hier moest ik zelf aan wennen omdat ik het niet altijd zelf in de hand had zeg maar. Ik heb wel gemerkt dat wanneer ik een pakkend verhaal heb en een incident wat aansluit bij de kinderen, dat dit toch vanzelf gaat. Het is dus niet persé iets wat niet werkt maar wel belangrijk is om goed over na te denken.
Conclusie:
Het werkt om te werken aan de hand van een verhalend ontwerp. Hierbij is het erg belangrijk om te zorgen voor een verhaallijn wat echt aansluit bij de actualiteit en de leef- en belevingswereld van de kinderen. Hierdoor zijn ze betrokken en willen ze ook bepaalde dingen leren.
Wat ga ik veranderen aan mijn design:
In mijn design wil ik nog sterker naar voren laten komen dat het echt belangrijk is dat je vooraf goed nadenkt over een verhaallijn en bepaalde incidenten. Bereidt het in grote lijnen voor en bedenk ook vooraf bepaalde sleutelvragen waarmee je de kinderen weer enthousiast kan maken. Verder ook beschrijven dat je het soms los moet laten en echt met de kinderen moet mee gaan.
Onderzoekend leren
Wat werkt er wel?
Wanneer je werkt aan de hand van de cyclus van onderzoekend leren, ben je met de kinderen bewuster bezig met de verschillende stappen. Ik ben nu ook bewust met de kinderen gaan verkennen en een onderzoek gaan opzetten. Dit zijn ook belangrijke stappen die ik eerder wel is zou vergeten. Het werkt dus om de stappen in te zetten aan de hand van een verhalend ontwerp. Door dit te doen, krijgen de stappen ook meer betekenis voor de kinderen en leren ze er uiteindelijk ook meer van. Ik heb dit gezien doordat de kinderen bewuster aan de slag gingen tijdens het onderzoek. We hebben daarvoor al dingen samen besproken en daardoor gaan ze ook meteen actief aan de slag. Het concluderen en evalueren daarna is ook erg belangrijk. Samen bespreken wat er is opgevallen en wat we gezien hebben. Dit klassikaal bespreken zodat alle kinderen er iets aan hebben. Dit heb ik ook terug gezien in de klas. Doordat we gezamenlijk hebben geconcludeerd dat het niet werkt om een boot van wc-rolletjes te maken, zijn de andere kinderen dat daarna niet meer gaan doen en hebben we er dus allemaal wat van geleerd.
Wat werkt er niet?
Wat niet werkt bij kleuters is om alle stappen duidelijk apart aanbod te laten komen en ook niet altijd via het model wat ervoor staat. Ik heb meerdere keren een aantal stappen samengepakt en soms tussendoor ook al samen met de kinderen gedaan omdat het moment daar goed voor was.
Conclusie:
Het werkt om aan de hand van een verhalend ontwerp, de stappen van onderzoekend leren aanbod te laten komen. Je hoeft niet altijd persé alle stappen apart aanbod te laten komen maar je kunt ze soms ook samenvoegen. Als je het maar wel behandeld want de stappen zijn wel belangrijk om aanbod te laten komen. Kijk hierbij naar de kinderen en wat ze het meeste nodig hebben.
Wat ga ik veranderen aan mijn design:
Ik ga niks veranderen in mijn design wat betreft het onderzoekend leren.
21e eeuwse vaardigheden
Wat werkt er wel?
Wat eigenlijk heel goed werkt is om de kinderen voor te bereiden op de toekomst. In 1 ontwerp ben ik daar heel specifiek mee bezig geweest omdat ik de kinderen ben gaan leren programmeren. Dit is iets wat in de toekomst erg belangrijk is. Ik was zelf erg enthousiast over de Bee-Bot en ik hoopte dat de kinderen dat ook zouden zijn. Dit is ook gebeurd. Ik heb de Bee-Bot geïntroduceerd aan de hand van een verhalend ontwerp en ben daarna verschillende opdrachten gaan doen met de kinderen, klassikaal en ook in kleine groepjes. Aan de hand van een reactie van een ouder op mijn blog, blijkt ook dat ze het mee naar huis hebben genomen en ook daar over de Bee-Bot hebben verteld.
Wat werkt er niet?
Het leren programmeren is voorbereiden op de toekomst en dus ook 21e eeuwse vaardigheden maar ik ben in mijn beide ontwerpen niet specifiek met de vaardigheden bezig geweest. Dit stond wel in mijn design beschreven maar niet in het werkmodel wat ik had bedacht. Hierdoor zat het niet in mijn vaste systeem van het werkmodel gebruiken. Werken met de 21e eeuwse vaardigheden is het werken met een arrangement waar bepaalde vaardigheden centraal staan. Hierbij komt veel uit de kinderen zelf. Dit is eigenlijk ook wat ik heb gedaan bij het verhalend ontwerpen maar niet op de manier van de 21e eeuwse vaardigheden.
Conclusie:
Onbewust ben je met veel vaardigheden bezig die zijn beschreven bij de 21e eeuwse vaardigheden maar bewust in mijn werkmodel heb ik ze niet gebruikt. Ik ben er wel mee bezig geweest doordat ik met de kinderen ben gaan leren programmeren. Wanneer je ze bewuster in gaat zetten, zullen de vaardigheden meer aanbod komen en beter worden bereikt.
Wat ga ik veranderen aan mijn design:
Ik wil in het werkmodel wat ik heb ontworpen, de vaardigheden beter aanbod laten komen, zodat wanneer je werkt aan de hand van dat model, je de vaardigheden goed ziet zodat je er bewuster mee bezig bent en gemakkelijk kan koppelen aan de verschillende episodes.
Vakintegratief onderwijs
Wat werkt er wel?
Eigenlijk werkt alles als je het hebt over vakintegratief onderwijs. In mijn design komen een aantal kerndoelen standaard aanbod. Wanneer je hier een bepaald thema aankoppelt worden dat er vanzelf nog meer. Hierdoor ben je op het zelfde moment met veel dingen bezig waardoor het nog leerzamer wordt voor de kinderen. Je doet onbewust al heel veel van bepaalde kerndoelen. Ik heb nu geleerd hier bewuster mee om te gaan. De kinderen zijn er ook onbewust mee bezig en hierdoor wordt de leeropbrengst groter.
Wat werkt er niet?
Eigenlijk is er niks wat niet werkt aan het vakintegratief werken.
Conclusie?
Door mijn design te gebruiken, ben je standaard met een aantal kerndoelen van taal en reken/wiskunde bezig. Hierdoor is het al vakintegratief en wanneer je er een bepaald thema aankoppelt, ben je er met nog meer bezig.
Wat ga ik veranderen aan mijn design:
In mijn design heb ik de kerndoelen neergezet waar je standaard met mijn design al mee bezig bent. Zo werk je altijd aan die doelen en kun je zelf de doelen nog toevoegen wat past bij het thema waar je in werkt.
Ouderbetrokkenheid
Wat werkt er wel?
Ik vind het erg leuk om meer met ouderbetrokkenheid bezig te zijn. Ik heb veel via klasbord gedeeld en hierdoor wisten de ouders wat ik met de kinderen aan het doen was. Ouders kwamen de dag erna op school en vroegen wat dingen aan mij of vertelden wat hun kinderen thuis vertelden. Hierdoor kreeg ik meteen bevestiging van de dingen die ik deed. Verder heb ik 1 ontwerp afgesloten met een filmpje wat we gezamenlijk met de ouders zijn gaan kijken. Hier waren heel veel ouders op af gekomen en ze waren ook erg enthousiast over het filmpje. Hierdoor weten ze in een paar minuten wat ik gedaan heb met de kinderen en zien zo ook filmpjes die niet via klasbord kunnen worden gedeeld.
Wat werkt er niet?
Ik heb de ouders via een mail op de hoogte gebracht om samen het filmpje te gaan kijken. Ik heb hierbij ook gevraagd of de ouders een reactie willen geven op mijn blog. Dit heeft uiteindelijk 1 ouder gedaan. Dit werkt dus niet helemaal. Ik heb het aan het einde van het filmpje kijken nog een keer in het echt gevraagd maar dit heeft niet meer reacties opgeleverd. Ik vind het moeilijk om hier een verandering in te krijgen omdat ik mijn best heb gedaan maar het niet meer reacties oplevert.
Conclusie?
De ouders vinden het erg leuk om meer betrokken te raken bij de kinderen en wat ze allemaal op school doen. Dit bleek uit de reacties van de ouders op school en ook vanuit een reactie op mijn blog. Ik zoek nog naar een manier waarop ik bijvoorbeeld meer feedback terug kan krijgen van ouders zodat ik er de volgende keer meer mee kan doen.
Wat ga ik veranderen aan mijn design:
Ik weet niet goed hoe ik dit in mijn design kan veranderen. De volgende keer zou ik ouders in de klas een actievere rol kunnen geven en dan meteen feedback vragen. Dit had ook na het filmpje gekund. Dus dat ik de ouders even apart mee had genomen en meteen om feedback had gevraagd. Een reactie geven op de blog was te vrij.
In mijn probleemanalyse heb ik beschreven dat ik wil onderzoeken hoe je natuur en Techniek in de onderbouw kan vormgeven aan de hand van innoveren en vakintegratie. Het antwoord hierop kun je vinden in mijn werkmodel. Wanneer je hier mee werkt, ben je sowieso bezig met vakintegratie. Door ook nog onderzoekend bezig te zijn, sluit je mooi aan bij natuur en techniek. Dit alles is gekoppeld aan een verhalend ontwerp wat zorgt voor een grotere betrokkenheid bij de kinderen. Verder ben je ook nog bezig met de kinderen voor te bereiden op de toekomst want je sluit ook aan bij de 21e eeuwse vaardigheden.